Net zoals bij alle planten is bij de ontwikkeling van de aardappelplant de basisbehoefte voeding en water. Bij een tekort aan voeding en/of water komt de groei in het gedrang.
Eerst heb je de vegetatieve groei waarbij het gewas zich ontwikkelt. Daarnaast heb je de generatieve groei die bij de aardappelplant al vrij vroeg start nl. bij de knolzetting. Kleine knolletjes worden al gevormd wanneer de planten ongeveer 15-20 cm hoog zijn. De bloei is een tweede fase tijdens de generatieve groei. Bij de meeste planten heb je een meer duidelijke scheiding tussen vegetatieve en generatieve groei. Eerst wordt het fabriekje gevormd (volledige plantopbouw) vooraleer de generatieve groei start nl. de bloei die vervolgens vruchten voortbrengt.
Bij wortel-, knol- en bolgewassen start de generatieve groei al vrij vroeg tijdens de vegetatieve groei en vervolgens is een evenwicht van groot belang tussen beide (vegetatief en generatief) voor de verdere ontwikkeling van de plant en bij aardappelen voor de vorming van de knollen. Zowel knolzetting als bloei vragen veel energie van de plant.
Bij alle groene planten is het belangrijkste natuurlijke proces de fotosynthese. Een proces waarbij CO2 +H20 + licht zorgen voor de productie van suikers, die dienen als energie voor de plant. Het is van het grootste belang dat de fotosynthese tijdens de knolzetting en bloei verder blijft doorgaan en de plant geen stress ondervindt. Met Quantis willen we net bij de knolzetting en bloei de planten een duwtje in de rug geven. Quantis zorgt voor een betere opname van CO2en stimuleert de verdamping en optimaliseert de benutting van het licht, waardoor de fotosynthese op volle toeren blijft doorgaan. Om het gehalte van Quantis op peil te houden adviseren we nog voor een bespuiting tussen de knolzetting en bloei. Ons advies is om Quantis 3 maal in te zetten: eerste keer bij knolzetting, twee weken later, en nog eens twee weken later bij de bloei.
Wat gebeurt er bij hitte en droogte in de plant?
Hitte en droogte hebben beide op een andere manier invloed op de levensprocessen van de plant. Ze brengen de verhouding tussen fotosynthese, ademhaling en verdamping uit balans. Bij droogte worden als gevolg van vochttekort de huidmondjes gedeeltelijk gesloten, waardoor de fotosynthese afneemt. Bij hitte gaat de plant over naar verhoogde ademhaling, waardoor er stress ontstaat. Deze stress zorgt voor vorming van zogenaamde hitteshock-eiwitten, waardoor ook weer de fotosynthese afneemt.
Daarnaast vormt een plant onder invloed van stress de zogenaamde reactieve zuurstofverbindingen die de cellen beschadigen. Ook dit heeft uiteraard een negatieve invloed op de productie en uiteindelijk op de opbrengst. Sommige aminozuren (glutaminezuur) activeren enzymen die belangrijk zijn voor de vorming van antioxidanten. Deze antioxidanten kunnen deze reactieve zuurstofverbindingen neutraliseren. Als de fotosynthese afneemt zal ook de productie afnemen en dat heeft uiteindelijk gevolgen voor de opbrengst.
Waaruit bestaat Quantis?
De nieuwe biostimulant van Syngenta QUANTIS® bevat 15-19% organische koolstof, 2% aminozuren, 0.75% calcium en 7% kalium. Al deze verschillende componenten hebben een positieve invloed op abiotische stress bij planten.
Organische koolstof: Een plant neemt CO2 op uit de lucht wat wordt omgezet in koolstof, in stresssituatie neemt een plant minder CO2 op en daardoor wordt er minder koolstof gevormd.
Aminozuren: Quantis bevat glutaminezuur, een aminozuur die enzymen activeert die belangrijk zijn voor de vorming van antioxidanten.
Calcium: speelt een rol bij stress signalering (zet het afweermechanisme van de plant aan), celmembraanstabilisatie, helpt celmembranen stevig te houden bij droogte
Kalium: verbetert fotosynthese en eiwitproductie en bevordert transport van assimilaten
Waarom is Quantis anders dan andere biostimulanten?
Syngenta heeft uitgebreid onderzoek uitgevoerd hoe bijvoorbeeld hitte- of droogtestress de gewasgroei remt en hoe u hier iets tegen kunt doen.
Samen met telers hebben wij de nieuwe biostimulant QUANTIS® in de praktijk getest, om tot een gedegen advies te komen.
Om een goed beeld te krijgen wat biostimulanten precies doen, is degelijk onderzoek noodzakelijk. Er moet een duidelijk advies zijn, wanneer en hoe deze middelen in te zetten om tot het beste resultaat te komen. Omdat er – anders dan bij gewasbeschermingsmiddelen - geen toelatingseisen zijn, ontbreekt het vaak aan onderbouwd bewijs en een gedegen advies.
Voor Quantis is dit bewijs er wel - extra opbrengst - en het advies wanneer toe te passen.
Ga hiervoor naar het adviesen het bewijs.