Waardplanten
Venturia inaequalis: appel (Malus spp.) en wilde appel (Malus sylvestris) Venturia pirina: peer (Pyrus communis) en sierpeer (Pyrus spp.)
Symptomen
Op het blad ontwikkelen zich dofgroene of grijze vlekken die veranderen in een olijfgroene schimmelige plek. Opgebolde plekken (korstjes) op vruchten, knobbels op saprijke takjes en gekruld of bobbelig blad. Bij aangetast weefsel stopt de groei voortijdig. Ernstig aangetast blad kan afvallen; het bladverlies kan aanzienlijk zijn.
Optimale omstandigheden
Verspreiding en infectie van sporen worden door regenval bevorderd. Voor infectie hoeft het blad bij een optimale temperatuur (20 °C) slechts zes uur nat te zijn. Wanneer het blad langer nat is, neemt de ernst van de aandoening toe.
Verspreiding/overleving
De schimmel overwintert primair op afgevallen bladeren. Hoe ernstig de ziekte in een seizoen is, hangt ook af van de omvang van de ziekte in het voorgaande seizoen. Ascosporen worden in het voorjaar, vanaf het einde van de rustperiode van waardplanten tot aan het einde van de bloei uitgestoten. Soms zijn sporen in het voorjaar afkomstig van de infecties van takken van het voorgaande jaar. Secondaire infecties worden veroorzaakt door verspreiding van sporen gedurende het gehele groeiseizoen.