Symptomen
Infectie geeft uitval van zaailingen. Infectie van wortels geeft een beperkte wortelstelsel en algemene necrose van de wortels. Deze schimmel kan wortelrot, stambasisrot en aantasting op bladeren en vruchten veroorzaken. Het wortelstelsel kan helemaal wegrotten. Op de stambasis en rond de entplaats ontstaan donkerbruine plekken met een duidelijke rand. Geïnfecteerde bomen hebben kleinere en lichtere bladeren. Op bladeren verschijnen kleine, onregelmatige lesies, donkerbruin tot zwart. Op vruchten van appel, peer en aardbei kunnen donkerbruine lesies ontstaan. De symptomen worden op de vruchten soms pas na ruime tijd bewaren zichtbaar. Bij oudere plekken komt de schil los. De vruchten ruiken naar alcohol. In aarbeiplanten gaan eerst hartbladeren slap hangen, daarna de hele plant.
Optimale omstandigheden
Deze schimmel heeft water nodig voor de infectiecyclus. Zoösporen worden vooral geproduceerd bij waterverzadiging van de grond. De verspreiding bovengronds wordt sterk bevorderd door regen of beregening (spatverspreiding). De schimmel is goed aangepast aan een gematigd klimaat.
Verspreiding/overleving
P. cactorum produceert oösporen en chlamydosporen, die beide jarenlang kunnen overleven in de grond. Na kieming worden zoösporen gevormd, de zwemsporen die zich door water in de grond naar de plant kunnen verplaatsen. De schimmel kan wortels, stammen, bladeren en vruchten aantasten. Er worden op de plant nieuwe sporen gevormd die door verspreiding van de ziekte in het groeiseizoen zorgen. Door regen spoelen ook weer sporen naar de grond terug.