Symptomen
Bij meeldauw ontstaat een grote hoeveelheid wit mycelium op de plant wat er poederachtig uitziet wanneer er conidia (sporen) worden geproduceerd. Deze kunnen zowel op de boven- en onderzijde van de bladeren alsook op stengels en bloemdelen groeien. In sommige gevallen kunnen er dode plekken op de bovenzijde van het blad ontstaan. Ook wanneer er maar weinig mycelium is. Soms vertoont de bovenzijde van het blad chlorotische of nerotische vlekken tegenover plekken op de onderzijde van het blad, waar wit mycelium groeit.
Optimale omstandigheden
De sporen van meeldauwschimmels kunnen ontkiemen in lange perioden met een hoge luchtvochtigheid. In kassen worden deze aandoeningen bevorderd door een relatieve vochtigheid van 70 – 85% en bij hogere temperaturen. Voor de verschillende meeldauwschimmels kunnen de optimale temperaturen uiteenlopen. Deze schimmel groeit het best onder warme omstandigheden.