De belangrijkste ziekten in bieten

Rhizoctonia (Rhizoctonia solani)

Symptomen: De eerste symptomen zie je al vanaf de maanden mei-juni.De bladeren van de zieke planten verwelken en sterven gedeeltelijk of volledig af doordat de wortel is aangetast.De wortel vertoont een min of meer diepe, droge verrotting, van bruin tot zwart.

Levenscyclus

De schimmel overleeft in de bodem gedurende verschillende jaren onder de vorm van sclerotiën. Deze sclerotiën vormen actief groeiende schimmeldraden die de wortel aantasten, waardoor deze gaat rotten en wat leidt tot de totale vernietiging van de plant. De schimmel verspreidt zich vervolgens van plant tot plant. Warmte en vochtigheid, een verdichte, slechte gedraineerde bodem, rijk aan stikstof stimuleren de ontwikkeling van deze ziekte.

Schade

Bij aantasting in een vroeg stadium, kan de schade leiden tot een volledige vernietiging van de besmette planten.

Bladvlekkenziekte (Cercospora beticola)

Symptomen: Vanaf juli kunnen er zich grijsachtige ronde vlekken vormen, omgeven door een duidelijke bruine tot rode cirkel. De vlekken kunnen vervolgens groter gaan worden en leiden tot het afsterven en uitdrogen van de bladeren. De bladeren op de kruin van de bieten zijn vaak minder aangetast. Niet te verwarren met ramularia.

Levenscyclus

De ziekte bevindt zich in de bodem. De sporen kunnen er verschillende jaren overleven. De verspreiding gebeurt van plant tot plant, voornamelijk door de regen en de wind.

Schade

Er kan 10 tot 20% van de oogst verloren gaan en 2% van de kwaliteit. De ziekte varieert van jaar tot jaar, volgens de percelen en de variëteiten.

Ramularia (Ramularia beticola)

Symptomen: De symptomen manifesteren zich van augustus tot oktober, tijdens koele en vochtige zomers onder de vorm van kleine, hoekige vlekjes, van een grijsbruine kleur, vaak afgebakend door een donker of zelfs roodachtig lijntje.De vlekken kunnen groter worden en samensmelten, wat leidt tot een volledige verbruining en tot slot een volledige uitdroging van de bladeren.In vochtige periodes plant de schimmel zich voort en vormt hij witte kussentjes die onregelmatig verdeeld zijn over de vlekken.

Levenscyclus

De ziekte bevindt zich in de bodem. Ze kan er tot twee jaar overleven onder de vorm van pseudo-sclerotiën. De besmetting van de bladeren komt tot stand door het kiemen en de penetratie van conidia in de huidmondjes van de bladeren. De conidia kiemen en penetreren de bladcellen in 2-3 dagen bij een relatieve vochtigheid groter dan 95%. De eerste symptomen manifesteren zich 15/20 dagen na de besmetting. Vochtigheid en frisse temperaturen (idealiter 17°C) zijn uitstekend voor de ontwikkeling van de ziekte.

Schade

Er kan 10 à 25% van de oogst verloren gaan en 0,5% van de kwaliteit. De ziekte varieert van jaar tot jaar, volgens de percelen en de variëteiten. Niet te verwarren met cercospora.

Roest (Uromyces betae)

Symptomen: De symptomen manifesteren zich op het einde van de groei. Er vormen zich kleine puistjes van een roodoranje kleur op beide kanten van de bladeren. Ze laten een roestkleurig poeder vrij dat bestaat uit sporen.Deze puistjes kunnen zich dermate vermenigvuldigen dat ze het volledige blad bedekken, wat leidt tot de uitdroging van de bladeren.

Levenscyclus

Besmettingen in de lente leiden tot de vorming van ecidiosporen die nabijgelegen bladeren aantasten. Deze besmetting leidt tot de verschijning van de oranjekleurige urediniosporen. De sporen die gevormd worden op het einde van het seizoen zijn teliosporen, die de overleving van de schimmel van jaar tot jaar garanderen.

Schade

Er kan tot 10% van de bietenoogst verloren gaan als de besmetting in een vroeg stadium gebeurt.

Meeldauw (Erysiphe betae)

Symptomen: De eerste symptomen verschijnen vanaf juli bij warme temperaturen op enkele geïsoleerde bietenplanten. Dat zijn de primaire gastplanten. Op de onderkant van de bladeren verschijnen er kleine, witte stervormige vlekjes, van enkele vierkante millimeters groot.De bladeren worden stelselmatig bedekt onder een witte-grijsachtige vilten laag die eruitziet als poeder. Deze laag kan op beide kanten van het blad voorkomen.

Levenscyclus

De conidia in de witte vilten laag worden verspreid door de wind, waardoor de ziekte verder naar andere planten wordt overgebracht. In een verder gevorderd stadium van de besmetting verschijnen er perithecia, minuscule zwarte bollen, die de overleving van de schimmel garanderen om minder gunstige periodes door te komen. De afwisseling van vochtige en droge periodes bevordert de ontwikkeling van de conidia. Hun kieming is optimaal bij temperaturen tussen 20 en 30°C. Een hogere luchtvochtigheid is eveneens bevorderlijk voor de kieming hoewel meeldauw zich ook kan ontwikkelen bij een sterk verlaagde vochtigheid.

Schade

Er kan 10 tot 15% van de bietenoogst verloren gaan.