De belangrijkste ziekten in bieten
Rhizoctonia (Rhizoctonia solani)
Symptomen: De eerste symptomen zie je al vanaf de maanden mei-juni.De bladeren van de zieke planten verwelken en sterven gedeeltelijk of volledig af doordat de wortel is aangetast.De wortel vertoont een min of meer diepe, droge verrotting, van bruin tot zwart.
Levenscyclus
Schade
Bladvlekkenziekte (Cercospora beticola)
Symptomen: Vanaf juli kunnen er zich grijsachtige ronde vlekken vormen, omgeven door een duidelijke bruine tot rode cirkel. De vlekken kunnen vervolgens groter gaan worden en leiden tot het afsterven en uitdrogen van de bladeren. De bladeren op de kruin van de bieten zijn vaak minder aangetast. Niet te verwarren met ramularia.
Levenscyclus
Schade
Ramularia (Ramularia beticola)
Symptomen: De symptomen manifesteren zich van augustus tot oktober, tijdens koele en vochtige zomers onder de vorm van kleine, hoekige vlekjes, van een grijsbruine kleur, vaak afgebakend door een donker of zelfs roodachtig lijntje.De vlekken kunnen groter worden en samensmelten, wat leidt tot een volledige verbruining en tot slot een volledige uitdroging van de bladeren.In vochtige periodes plant de schimmel zich voort en vormt hij witte kussentjes die onregelmatig verdeeld zijn over de vlekken.
Levenscyclus
Schade
Roest (Uromyces betae)
Symptomen: De symptomen manifesteren zich op het einde van de groei. Er vormen zich kleine puistjes van een roodoranje kleur op beide kanten van de bladeren. Ze laten een roestkleurig poeder vrij dat bestaat uit sporen.Deze puistjes kunnen zich dermate vermenigvuldigen dat ze het volledige blad bedekken, wat leidt tot de uitdroging van de bladeren.
Levenscyclus
Schade
Meeldauw (Erysiphe betae)
Symptomen: De eerste symptomen verschijnen vanaf juli bij warme temperaturen op enkele geïsoleerde bietenplanten. Dat zijn de primaire gastplanten. Op de onderkant van de bladeren verschijnen er kleine, witte stervormige vlekjes, van enkele vierkante millimeters groot.De bladeren worden stelselmatig bedekt onder een witte-grijsachtige vilten laag die eruitziet als poeder. Deze laag kan op beide kanten van het blad voorkomen.