Elke doornappelplant produceert 500 tot 10.000 zaden waardoor deze plant een hoog vermeerderingsvermogen heeft.
Alcoloïden
Het alcoloïdegehalte in de plant (atropine, scopolamine, hyscyamine...) bedraagt 0,25 tot 0,5%.
Giftigheid
Dodelijke giftigheid bij runderen vanaf een plant/25 m2
Doornappel
De doornappel is een onkruid dat de laatste jaren weer in aantallen toeneemt. Het grote vermeerderingsvermogen, de late opkomst en aanwezigheid in vele wisselteelten maken het tot een lastig uit te roeien onkruid.
Doornappel is ook een zeer giftige plant. De zaden en het blad zijn giftig voor mensen en dieren. 500 gram is bijvoorbeeld al dodelijk voor een rund.
Verschillende stadia van de doornappel: kiembladeren, bloemen, vruchten
Doornappel bestrijden
Bestrijding van doornappel is extreem lastig en vraagt om een nauwkeurige controle van de percelen. Zaden van de doornappel kunnen in de bodem tot wel 75 jaar overleven. Beperk de ontwikkeling door:
Uiterst nauwkeurige onderploeging en beheer van de tussenteelt
Langere rotaties tussen winter- en voorjaarsteelten
Reiniging van het oogstmaterieel in geval van gebleken aanwezigheid van doornappels in het zaaigoed op een perceel
Bij aanwezigheid van doornappels aan het einde van het seizoen is handmatige onkruidverwijdering noodzakelijk.
Doornappel bestrijden in maïs
Syngenta heeft de afgelopen jaren de werkzaamheid van haar assortiment tegen doornappel in maïs getest en aangetoond. Mesotrione (Callisto, Lumica, Camix, Calaris…) en prosulfuron (Peak, Casper…) bieden namelijk een grote contactwerking tegen onkruid. Daarnaast zorg S-metolachloor voor het behoud van de nawerking gedurende een groot deel van het seizoen.
Door de matige bodembedekking bij maïsteelt kan de doornappel echter opnieuw opkomen aan het einde van het seizoen, wanneer de weersomstandigheden gunstig zijn en de nawerking van de producten is afgenomen. In dat geval wordt handmatige onkruidverwijdering dringend aangeraden.
De doornappel komt ook vaak aan de orde bij aardappelen, maar er bestaat geen enkele 100% effectieve oplossing vóór-opkomst, omdat de late opkomsten nooit gecontroleerd worden.
Voor opkomst is doornappel met metribuzin en flufenacet gedeeltelijk onder controle te krijgen. In geval van nabehandeling na opkomst is metribuzin de enige effectieve werkzame stof tegen doornappel (tot twee echte blaadjes). In dat geval moet met name aandacht worden besteed aan het paraplu-effect voor de teelt. Daardoor is de aanwezigheid van doornappel in rassen die gevoelig zijn voor metribuzin extreem problematisch.