Bestrijding van luizen

Soorten luizen

Op aardappelen in België zijn 5 hoofdsoorten luizen te vinden.  

Belangrijkste natuurlijke vijanden

6 tot 10 belangrijkste families van natuurlijke vijanden kunnen bijdragen aan de bestrijding van luizen: lieveheersbeestjes, gaasvliegen, zweefvliegen, sluipwespen, kevers, kortschildkevers... 

Virussen in aardappelen

35 tot 40 virussen kunnen de aardappel aantasten. Slechts enkele daarvan zijn schadelijk: X, Y, verloop. Sommige virussen worden overgebracht door luizen. 

Luizen

De door luizen veroorzaakte schade bestaat uit een lagere opbrengst en verminderde kwaliteit van consumptieaardappelen.

De vaakst voorkomende luizensoorten zijn de groene perzikluis (Myzus persicae) en de aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae). De wegedoorn- en vuildoornluis (Aphis nasturtii et Aphis frangulae) en de boterbloemluis (Aulacorthum solani) kunnen eveneens ernstige schade toebrengen.

Deze problemen zijn met name te wijten aan de resistentie van deze insecten (vooral van Aphis frangulae) tegen een groot aantal moleculen.

Macrosiphum euphorbiae

De aardappeltopluis is de grootste luizensoort in deze teelt (3-4 mm), groen tot roze van kleur en met lange voelsprieten en lange poten. Hij is vooral te vinden op de onderkant van jonge topbladeren, stengels of de bloemen. Bij een ernstige aantasting kan een karakteristieke ring verschijnen op de stengels. De beten veroorzaken een mechanisch oprollen van het blad, een vertraging van de plantengroei en gevolgen voor de opbrengst. Ze kunnen ook drager zijn van allerlei virussen, het Y-virus, het A&M-virus en in mindere mate het bladrolvirus.  

Drempel voor ingrijpen bij consumptieaardappelen: 20 van de 40 onderste bladeren met ten minste een luis

Aphis nasturtii

De wegedoornluis, ook wel 'kleine gele' genoemd, is een ongevleugelde, gedrongen luis van minder dan 2 mm, citroengeel tot felgroen van kleur. Hij kan dichte kolonies vormen op de onderkant van oud blad. Bij een massale aantasting zijn ze schadelijk doordat ze voedingsstoffen opnemen en veroorzaken ze een vertraging van de groei van de planten. Misvormingen zijn niet waar te nemen. Ze kunnen ook drager zijn van allerlei virussen, het Y-virus, het bladrolvirus, het A-virus.

Drempel voor ingrijpen bij consumptieaardappelen: 20 van de 40 onderste bladeren met ten minste een luis

Myzus persicae

De 1,5 tot 2,5 mm grote groene perzikluis is lichtgroen tot geelachtig en ovaal van vorm. Hij is te vinden in veel gewassen (koolzaad, groenten, perzikbomen...). Deze luis scheidt bovendien honingdauw af, waardoor roetdauw kan ontstaan. Ze kunnen ook drager zijn van allerlei virussen, het Y-virus, het bladrolvirus, het A-virus.

Aulacorthum solani

De boterbloemluis of groengestreepte luis kan vleugelloos zijn (geelgroen met vlek aan de basis van de voelsprieten) of gevleugeld (groen met strepen op de buik). Bij ernstige aantasting kan een afname van de opbrengst en de grootte van de knollen worden waargenomen. Deze luis is een actieve drager van het bladrolvirus (PLRV). Drempel voor ingrijpen bij consumptieaardappelen: 20 van de 40 onderste bladeren met ten minste een luis.

Bestrijdingsmiddelen voor vraatinsecten

De bestrijding van dit vraatinsect moet weloverwogen gebeuren en vraagt om een nauwkeurige en permanente observatie van de percelen met consumptieaardappelen vanaf de maand mei. De drempel voor ingrijpen wordt bij de meeste luizensoorten op consumptieaardappelen bereikt als op de helft van het blad luizen aanwezig zijn. Aangeraden wordt ten minste 40 bladeren op verschillende stengels te bekijken.