Celest voor tarwe en gerst
In de teelt van tarwe en gerst kunnen zaad- en bodemgebonden schimmels problemen veroorzaken rond de opkomst van het gewas. Kort na zaai komen schimmels, die zich op of in de nabijheid van het zaadje bevinden, tot leven. Door het zaaizaad te behandelen met Celest worden Ascochyta spp. en Fusarium spp. succesvol bestreden. Het kiemende plantje kan zich door deze bescherming ongestoord ontwikkelen. Dit vormt de basis voor een succesvolle teelt.
Celest formulering
• Brede goede werking
• Betere kleuring
• Homogene verdeling in partij en op korrel
• Goede hechting
• Formulering stinkt niet
• Dunne formulering
Voor Celest is er een toelating in tarwe en gerst. Celest wordt toegepast met een dosering van 2 liter per ton.
Grondgebonden ziektes tarwe en gerst
Praktijkonderzoek laat grondgebonden ziektes in tarwe en gerst zien.
De actieve stof werkt tegen vele kiem- en bodemschimmels. In de gewassen worden de zaadjes en jonge planten vooral beschermd tegen Fusarium spp., Rhizoctonia spp. en Sclerotinia spp. Het is bekend dat de actieve stof effectief is op meer voorkomende ziektes.
Ascochyta
Praktijkonderzoek laat de bestrijding van Ascochyta in tarwe en gerst zien.
Ascochyta spp. is een complex van drie verschillende ziektes die voorkomen in erwt en boon. Dit betreft Ascochyta spp. Mycosphaerella spp. en Phoma spp.
Celest heeft een effect op al deze ziektes.
Celest - Product profile
• Dringt door tot zaadoverdraagbare ziektes om deze te bestrijden. (Ascochyta spp., Mycosphaerella spp. en Phoma spp)
• Bestrijdt vroege infectie van bodemziektes. (Rhizoctonia spp. Fusarium spp. Sclerotinia spp. Etc.
• Veilig voor zaden
• Kan gebruikt worden als mengpartner met andere zaadbehandelingen
• Lage dosering: minder product toe te passen en dus minder product in het milieu
Fludioxonil - Geschiedenis van de actieve stof
● De Phenylpyrrolen werden ontdekt door het evalueren van de natuurlijke verbinding pyrrolnitrine (geproduceerd door de bodemgebonden bacterie Pseudomonas pyrrocinia)
● Het eerste gebruik van een pyrrolnitrine-analoog in gewasbescherming werd beschreven in een Japans octrooi in 1969
● De eerste toelating in de kas is door Ciba verkregen in de jaren 70 met activiteit tegen een reeks van plantpathogene schimmels, waaronder Botrytis spp.