Nieuw MAP6 = strengere mestuitrijregeling
Algemeen wordt in MAP6 de uitrijperiode met 15 dagen ingekort. Zo kan stalmest nog gereden worden tot eind okt en stopt de bemesting op grasland op 14 augustus. Voor akkerlanden (in niet zware kleigronden) is bemesten met vloeibare dierlijke mest na de oogst van een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt wel nog toegelaten maar beperkt tot 36 kg werkzame N (of 19 ton zeugenmest volgens forfait) en mits de inzaai van een vanggewas voor 15/9. Vanaf 1 aug moet deze vloeibare dierlijke mest naar akkers met een niet blijvende teelt bovendien door een erkend vervoerder met AGR-GPS gevoerd worden voor percelen gelegen in gebiedstype 2 of 3. Anders gezegd: de regels worden niet enkel complexer maar de overheid dwingt op die manier de boeren om meer opslagcapaciteit te voorzien.
En wat met de burenregelingen? Ook deze ontspringen de dans niet. Zo dient de trekker bij een burenregeling van vloeibare dierlijke mest vanaf 2020 uitgerust te zijn met een AGR-GPS systeem wanneer de afnemer 1 of meerdere percelen heeft in gebiedstype 2 of 3. Dus ook voor de percelen die in gebiedstype 0 of 1 liggen en met een burenregeling bemest worden, dient in voorkomend geval met AGR-GPS gereden te worden. Heb je enkel percelen in gebiedstype 0 of 1 dan mag je wel nog mest in burenregeling ontvangen zonder dat deze getraceerd wordt. Hou er ook rekening mee dat een burenregeling slechts 3 maanden geldig zal zijn. Een goede voorbereiding en analyse van de bedrijfsspecifieke situatie kan dus veel onheil voorkomen.