Wat te onthouden van de strijd tegen cercospora in 2023?
Het vinden van een perceel vrij van bladziekten tijdens deze herfst van 2023 was bijna een onmogelijke opgave. Verschillende factoren spelen een rol. Het einde van juli en het begin van augustus werden gekenmerkt door aanzienlijke regenval gedurende meer dan drie weken. Deze neerslag had een belangrijke impact op de rest van het seizoen.
Hoe kan men dan een dergelijk niveau van besmetting aan het einde van het seizoen verklaren
Het is belangrijk om te onthouden dat deze regenval leidde tot een aanzienlijke groei van het bladerdek, waarvan de grootte tot dan toe relatief beperkt bleef vanwege de late zaai gevolgd door droge weken. Deze aanzienlijke groei hadl niet te verwaarlozen gevolgen voor de effectiviteit van de fungicidebescherming dit jaar.
Deze lange vochtige periode heeft de fungicidebehandelingen erg bemoeilijkt. De zeldzame toepassingsmomenten werden vaak toegewezen aan andere behandelingen (zoals fungiciden voor aardappelen) of aan de oogst van granen. Het is ook belangrijk om te onthouden dat geen enkele behandeling tegen cercospora genezend is of een 'stoppende' werking heeft. De hele beschermingsstrategie is dus gebaseerd op preventie.
De meeste velden zijn te laat beschermd. De officiële schadedrempel (5%) werd in veel gevallen bereikt of overschreden. Dit betekent dat de situatie al curatief was. De percelen die niet beschermd waren vóór de regenperiode konden meestal pas rond half augustus behandeld worden. Op dat moment was de aanwezigheid van cercospora nog groter en de situaties uiteraard nog veel moeilijker dan in de percelen die eerder behandeld waren.
Hoewel deze strategie de beste was voor de percelen die behandeld werden vóór de regenperiode, bleek dat een interval van 3 weken tussen de 1ste behandeling (juli) en de 2de behandeling (half augustus) te lang was. De sterke bladgroei leidde namelijk tot het verschijnen van nieuwe, onbeschermde bladeren die vatbaar waren voor toekomstige infecties.
Het ontwikkelingsproces van de ziekte begrijpen om beter te strijden tegen cercospora
Cercospora is gebonden aan de bodem. De sporen kunnen daar tot 3 jaar overleven, voornamelijk op oogstresten (bladeren, kronen, hoop van rooiing). De levensduur van het inoculum hangt af van de diepte van het begraven van deze sporen onder de grond. De risicofactoren zijn dus korte rotaties, niet-ploegen, opslag en de nabijheid van geïnfecteerde percelen.
De conidiën die door een primair inoculum worden geproduceerd, verspreiden zich van plant tot plant, voornamelijk door regen en wind, en infecteren zo nieuwe bladeren. De eerste lesies kunnen ongeveer 1 week na de infectie zichtbaar zijn. Deze lesies produceren vervolgens nieuwe conidiën. De conidiën worden dus tussen 1 en 3 weken na de infectie geproduceerd, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de lichtintensiteit, het stadium van de biet of de variëteit. Een geïnfecteerde plant kan tot 250 miljoen sporen produceren.
De opbrengstverliezen kunnen 10 tot 20% van de opbrengst en 2% van de suikerrijkdom bedragen. Variabel volgens de jaren, de percelen en de variëteiten.
Wat hebben de proeven van 2023 ons geleerd?
Zonder in detail te treden over de proeven uitgevoerd door Syngenta, kunnen verschillende lessen worden getrokken:
- De eerste behandeling uitgevoerd op 26 juli was al in een curatieve situatie.
- Een interval van 3 weken kan te lang zijn tijdens een seizoen zoals 2023, waar de bladgroei aanzienlijk is. Een interval van 3 weken is alleen denkbaar in geval van een droge zomer, wanneer weinig nieuwe bladeren worden geproduceerd.
- Een derde behandeling heeft geleid tot meer groen bladoppervlak.
- De combinatie Quadris Gold / Bicanta / Angle in combinatie met tebuconazool gaf de beste tevredenheid over cercospora van alle oplossingen op de markt.
- Een strobilurine (aanwezig in Quadris Gold / Bicanta / Angle) zorgt voor meer groen bladoppervlak en een extra effectiviteit tegen roest en ramularia. Strobilurines hebben bijna geen effect meer op cercospora.
De officiële proeven uitgevoerd door het KBIVB hebben ook aangetoond dat de combinatie van Quadris Gold / Bicanta / Angle en tebuconazool zeer goede resultaten oplevert. Bovendien, omdat deze twee triazolen (difenoconazool en tebuconazool) tot verschillende subfamilies behoren, beperkt dit de ontwikkeling van resistentie tegen deze familie van fungiciden.
Welke hefbomen moeten we in de toekomst hanteren om situaties zoals in 2023 te vermijden?
Goede agronomische praktijken blijven de basis van ziektebeheer:
- Een vruchtwisseling van minstens 3 jaar tussen twee bietenteelten.
- Het afvoeren van afval na het laden van de hopen naar de suikerfabrieken.
- Ploegen beperkt de vroege ontwikkeling van pathogenen.
Een effectieve toepassing van producten vermindert de aanwezigheid van de ziekte:
- Een vroege en preventieve positionering heeft de voorkeur.
- Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de intervallen, afhankelijk van de bladgroei en de ontwikkeling van ziekten.
- Een combinatie en afwisseling van producten in voldoende dosering wordt sterk aanbevolen.
De rassenkeuze zal ook van groot belang zijn om de impact van pathogenen te beperken.
Moeten we de behandelingsdrempels tegen cercospora herzien?
In België is de interventiedrempel tegen cercospora vastgesteld op 5% van de bladeren met ten minste 1 symptoom. Het wordt ook aanbevolen om de waarnemingen wekelijks te hervatten na 3 weken. Is deze strategie voldoende gezien de ontwikkeling van cercospora in de afgelopen jaren? Laten we de strategieën van onze buurlanden vergelijken. In Frankrijk wordt de eerste behandeling geadviseerd zodra de eerste symptomen verschijnen en wordt een controle van de percelen 15 dagen na de eerste behandeling aanbevolen. In Nederland, waar 3 tot 4 behandelingen per jaar worden uitgevoerd, wordt een wekelijkse controle geadviseerd en worden intervallen van maximaal 2 tot 3 weken aanbevolen.