Bescherm uien tegen valse meeldauw voordat je het ziet

Met het weer van de afgelopen én de komende periode voelt valse meeldauw zich helemaal in z’n element. Tim Dheygere adviseert om de schimmel tijdig de pas af te snijden met vroege bespuitingen tegen deze agressieve belager.

“Het is al heel lang echt schimmelweer”, stelt Tim Dheygere. “En in plantuien is al valse meeldauw geconstateerd. Daarom moeten telers vanaf 5 of meer echte pijpjes, starten met bespuitingen tegen de ziekte. Want als je wacht totdat je de schimmel ziet ben je te laat. Als valse meeldauw eenmaal in je gewas zit krijg je het er meestal niet meer uit.” Overigens zullen de meeste uienpercelen nog niet zo ver zijn, schat de Syngenta adviseur. 

Veel percelen zijn laat ingezaaid en van de percelen die ik zelf heb bezocht zitten de meesten nu in het stadium van 1 tot 3 pijpjes. Maar goed, de langste dag ligt inmiddels achter ons, dus de bolling is aanstaande. Ik adviseer de telers om hun percelen goed te blijven volgen en vanaf 5 echte pijpjes te starten met een eerste preventieve behandeling. Met het warmere weer dat nu voorspeld wordt, kan alles heel rap gaan.

Schoon gewas

Voor een effectieve aanpak van de valse meeldauwschimmel is volgens de Syngenta adviseur maar één methode: “Op tijd beginnen in een schoon gewas en dan gewoon een strak wekelijks schema aanhouden. En als een wekelijks schema een keer niet lukt proberen om eerder te spuiten. Het verraderlijke van valse meeldauw is de lange incubatietijd. Gemiddeld duurt het wel 14 dagen voordat je schimmelpluis ziet verschijnen. Maar dan ben je te laat. En omdat je nooit precies weet hoe de omstandigheden ’s nachts zijn geweest, is het lastig om in te schatten of infectie heeft kunnen plaatsvinden. Ik zie nog elk jaar dat telers de fout maken dat ze te laat te starten als het warm en droog is. Of ze maken de intervallen te groot. Met valse meeldauw in uien is dat heel gevaarlijk want we hebben geen curatieve middelen meer.”

Ook secundaire ziektes

Orondis® Plus Ortiva® is voor dit seizoen volgens Tim de beste keuze voor de eerste bespuiting. “Gezien de lange bladnat-periodes  en de hogere temperaturen die worden verwacht zal de valse meeldauw druk vanaf het begin al zeer hoog zijn. Preventief starten met een sterk middel is dus zeker aangewezen!” Behalve valse meeldauw pakt de Orondis Plus Ortiva ook de secundaire ziektes aan, zoals bladvlekken, papiervlekken en stemphylium. “Bladvlekkenziekte kan al vroeg in het seizoen sluimerend aanwezig zijn”, weet Tim. “En voor de  verspreiding heeft het opspattend water nodig en dat is er genoeg geweest.” 
De Orondis Plus Ortiva mag 3 keer met een minimaal interval van 7 dagen maar Dheygere adviseert om het middel om de 14 dagen in te zetten en af te wisselen met andere producten. “Dat is beter qua resistentie management. En we hebben in de uien sowieso alle beschikbare middelen nodig om het hele seizoen af te dekken.” De Syngenta adviseur attendeert de telers er nog op om maximaal 3 keer een middel met actieve stof oxathiopripoline per teelt te gebruiken.

Zacht middel

Belangrijk voordeel van Orondis Plus Ortiva is dat het zacht is voor het gewas en hard voor de valse meeldauw. “Hierdoor kan het perfect vroeg in een schema worden toegepast, zelfs op de eerste toepassing”, aldus Tim. De sterke werking van Orondis Plus Ortiva ziet hij nog jaarlijks in de proeven van Syngenta. “Zowel in doorspuitschema’s als in praktijkschema’s zien we elk jaar opnieuw dat Orondis Plus Ortiva een sterk middel is. Het heeft zich niet voor niets snel gevestigd als een basismiddel in de fungicidenschema’s van veel uientelers. En in die proeven zien we ook dat een uitvloeier de effectiviteit nog verder versterkt.”